Hooglied 3:3

ABDe bewakers op hun ronde door de stad vonden mij.'Heb je hem gezien, die zielsveel van mij houdt?'
SVDe wachters, die in de stad omgingen, vonden mij: [ik zeide:] Hebt gij Dien gezien, Dien mijn ziel liefheeft?
WLCמְצָא֙וּנִי֙ הַשֹּׁ֣מְרִ֔ים הַסֹּבְבִ֖ים בָּעִ֑יר אֵ֛ת שֶׁאָהֲבָ֥ה נַפְשִׁ֖י רְאִיתֶֽם׃
Trans.məṣā’ûnî haššōmərîm hassōḇəḇîm bā‘îr ’ēṯ še’âăḇâ nafəšî rə’îṯem:

Algemeen

Zie ook: Wachter, Ziel
Hooglied 5:7

Aantekeningen

De wachters, die in de stad omgingen, vonden mij: [ik zeide:] Hebt gij Dien gezien, Dien mijn ziel liefheeft?


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

מְצָא֙וּנִי֙

vonden

הַ

-

שֹּׁ֣מְרִ֔ים

De wachters

הַ

-

סֹּבְבִ֖ים

omgingen

בָּ

-

עִ֑יר

die in de stad

אֵ֛ת

-

שֶׁ

-

אָהֲבָ֥ה

liefheeft

נַפְשִׁ֖י

Dien mijn ziel

רְאִיתֶֽם

mij: Hebt gij Dien gezien


De wachters, die in de stad omgingen, vonden mij: [ik zeide:] Hebt gij Dien gezien, Dien mijn ziel liefheeft?

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!